zaterdag 21 maart 2020

Genoegen nemen met het verbrokkelde

Virginia Woolf: Hoe lees je een boek. Bijleveld. 238 pagina's.

'De schrijver moet met zijn lezer in contact treden', zo laat “Hoe lees je een boek”, de verzameling essays van Virginia Woolf zich het beste samenvatten. 
Het citaat komt uit het essay “Meneer Bennett en mevrouw Brown”, dat ongeveer halverwege de bundel staat. Het stuk gaat erover hoe schrijvers een personage beschrijven en dat ze hierbij meestal niet aan de lezers denken. 



Woolf doet een oproep aan de lezers om er op te staan dat de schrijvers nu eindelijk van hun voetstuk af stappen. Dat ze voor de lezers op een mooie en maar ook op een waarachtige manier hun personages te beschrijven. Tegelijkertijd moeten we als lezer ook accepteren dat het werk van de schrijver nooit af is. En dat we soms genoegen moeten nemen met het mislukte en het verbrokkelde. Dit laat goed zien hoe Virginia Woolf te werk gaat; ze kraakt nooit af, ze zal nooit op een moedwillige manier iemand kleineren of even lekker te kakken zetten. Woolf blijft altijd op zoek gaan naar een soort harmonie. Boven is ze er van overtuigd dat het bij het lezen van boeken altijd om communicatie gaat.

Lezen ís een communicatiemiddel, dit is in mijn ogen de belangrijkste  boodschap die Virginia Woolf voor ogen heeft gehad toen ze haar essays schreef. Bovendien benadrukt ze in het laatste (en titel) opstel van de bundel wat een groot goed het is om zelf te kunnen bepalen wat je leest. En dat s in deze tijd van “culture wars” op vele fronten fijn om te lezen;
‘Wanneer we autoriteiten met hun bontmutsen en hun toga’s in onze bibliotheken toelaten, en ons door hen laten voorschrijven hoe we moeten lezen, welke waarde we moeten hechten aan dat wat we lezen, dan betekent dat het einde van de vrijheid die de ziel is van deze heilige plaatsen.’

Naast de lezers komen de schrijvers ook aan bod. Woolf geeft aankomende schrijvers van (korte) verhalen nog wat tips mee; wees zuinig met dialogen omdat die hoge eisen stellen aan de concentratie van de lezer. De lezer raakt simpelweg de draad kwijt bij een lange dialoog, want hij vergeet zo mettertijd wie er aan het woord is. Ook drukt Woolf de schrijvers op het hart om niet te veel uit te weiden; ‘Eén alinea te veel en het bootje maakt slagzij (…).’ Dit is de eerste keer dat er een verzameling van Woolf’s essays over literatuur in het Nederlands is vertaald.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten